VAN ROLSTOEL NAAR MINSTENS 30 METER LOPEN

Bewegen tijdens revalideren

Revalideren staat synoniem aan bewegen. Waar je vroeger na een operatie nog lang kon uitzieken in bed, word je nu geacht zo snel mogelijk overeind en in beweging te komen. Ook als je op leeftijd bent, ook als je een ingrijpende aandoening hebt gehad of chronisch ziek bent.

TEKST INGE HEUFF • BEELD SANDRA SCHIMMELPENNINK, SD SPORT

Juus Kreiken, een vieve inwoner uit Noordwelle, werd eerder dit jaar getroffen door een ernstige bloedvergiftiging. De infectie bleek uit een ontsteking in zijn halswervels te komen. Deze moest behandeld worden met een operatie en langdurige antibiotica toediening. Hierdoor, en door vele complicaties (delier, trombose), was hij erg verzwakt geraakt. Na een aantal weken verblijf in het ziekenhuis werd hij opgenomen op de geriatrische revalidatieafdeling van verpleeghuis Cornelia in Zierikzee. “Ik had zo’n 15 kilo aan spiermassa verloren en kon eigenlijk niets meer”, vertelt hij. “Als je vervolgens terecht komt in een verpleeghuis, dan pas je daar je toekomstverwachting op aan. Verder dan aan een leven in een rolstoel dacht ik niet. Ik was overigens wel blij dat het de Cornelia werd, dat is voor mijn vrouw Conny toch een stuk dichterbij dan Goes of Rotterdam.”


Te verzwakt

“Niet iedereen komt in aanmerking voor een revalidatiekliniek, daar moet je namelijk een bepaalde conditie voor hebben”, legt Esther Oosterhoff uit. Zij is specialist ouderengeneeskunde (voorheen verpleeghuisarts) bij Allévo. “Wie zo verzwakt is als Juus, is aangewezen op de geriatrische revalidatieafdeling van een verpleeghuis. Het gaat vaak om ouderen, maar we hebben hier in Cornelia ook mensen met niet-aangeboren hersenletsel of met een progressieve chronische ziekte als MS of Parkinson die veel jonger zijn.”

Net als een revalidatiekliniek werkt ook de revalidatiezorg in een verpleeghuis aan doelen om haar cliënten weer naar huis te laten gaan, ongeacht de leeftijd. Zij krijgen alle handreikingen om hun zelfstandigheid zoveel mogelijk op te bouwen. Waar nodig en mogelijk leren zij hulpmiddelen te gebruiken. Esther: “We stellen samen met de cliënt en met alle disciplines een zorgplan op dat de doelen weergeeft die passen bij de cliënt. Daar gaan we mee aan de slag. Ik heb als specialist ouderengeneeskunde de eindverantwoordelijkheid over het zorgproces en werk op de revalidatie-afdeling nauw samen met een physician assistant, die de rol van zaalarts vervult. Omdat mensen relatief kort op deze afdeling verblijven, gemiddeld zes tot acht weken, is het hier heel dynamisch en gebeurt er veel.”


Handen op de rug

Die dynamiek zit ook in de behandeling. Het hele verblijf staat in het teken van meer bewegen en zoveel mogelijk zelf doen, ook als dat (veel) tijd kost. “De belangrijkste therapeuten zijn onze verpleegsters en verzorgenden die dagelijks met onze cliënten omgaan”, stelt Esther vast. “Zij werken in feite met de handen op de rug. Pas als een cliënt iets echt niet kan, komen zij in actie. Zij duwen dus niet de rolstoel, maar laten de cliënt trippelen met de voeten of zelf de wielen draaien. Zij kijken toe bij het boterham smeren, staan op een afstandje bij het douchen en aankleden en maken ook geen bedden op als de cliënt dat zelf kan. Dat vraagt wel wat van mensen die ooit opgeleid zijn om te zorgen.”


Nog meer trainen

“Heel goed hoor, die zelfstandigheid, en het gaat steeds beter”, becommentarieert Juus. “Maar mijn linkerarm doet nog niet altijd wat ik wil. Ik heb dus wel hulp nodig bij het dichtdoen van knoopjes. Het is nog even de vraag of dit een spierbeschadiging aan de nekwervel is, of dat ik functies terugkrijg door nog meer te trainen met de ergotherapeut.”

Deze uitspraak zou Juus een week of zes geleden niet overwogen hebben. Hij kon met moeite rechtop zitten in zijn bed. Hij had wel een uitgesproken doel: op enig moment weer thuis wonen bij zijn Conny en de twee teckels.

“Die motivatie is heel belangrijk”, benadrukt Esther, “daar staat en valt het succes van revalideren mee. Voor spieren geldt nu eenmaal dat je de kracht verliest als je ze niet gebruikt. De meeste mensen willen ook graag naar huis, dat motiveert natuurlijk. Dan is het een hard gelag als het soms gewoon niet lukt.”


Samen gemotiveerd

Daar hoeft Juus niet bang voor te zijn. Hij kan steeds vaker en sneller zijn doelen bijstellen. Van een toekomst in een rolstoel en mogelijk met Kerst naar huis, kantelde zijn perspectief naar zelfstandig lopen en hopelijk eind oktober naar huis. “Vooral de laatste weken gaat het snel. Ik herinner me nog goed hoe ik trillend en bevend tussen twee fysiotherapeuten voor het eerst weer op mijn eigen benen stond bij de loopbrug. Ga maar lopen, hoor je dan. Inmiddels kan ik vijf treden traplopen en staat mijn doel op 30 meter lopen. Dat is namelijk thuis de afstand tussen de bank en de wc. Dat ik zo goed vooruitga, stimuleert natuurlijk enorm. En de mensen die hier werken, zijn net zo gemotiveerd mij te helpen als ik ben om weer thuis te komen. We werken samen aan dat doel.”

Juus Kreiken: “Dat ik zo goed vooruitga,

stimuleert enorm”

Deel dit artikel: