MIJN DRIEWIELER EN ROLLATOR ZORGEN ERVOOR DAT IK NOG ERGENS KOM’

Ouderdom & bewegen

Ouderdom komt met gebreken, net als veel andere clichés klopt ook deze vrijwel altijd. Maar Jaap Geleijnse (78) uit Zierikzee stoort zich niet aan deze gemeenplaats, al heeft hij zeker recht van spreken. Hij heeft het te druk met zaken die hij leuk en interessant vindt. En met bewegen.

TEKST INGE HEUFF • BEELD ERNESTA VERBURG

Het lopen gaat binnenshuis met een stok en buitenshuis met een rollator. Liever nog pakt hij zijn ‘Mercedes’, de driewieler met trapondersteuning. “Eerst had ik zo’n mooie hoge driewieler, ik was goed zichtbaar en kon veel zien”, vertelt Jaap. “Maar in april 2018 reed ik zomaar van de Schouwse Dijk af. Dat leverde me vier gebroken ribben op. De ambulancebroeder die me uit de brandnetels haalde, grapte dat hij me niet mee kon nemen, mijn strippenkaart was vol!”


Ruggenwervels

Jaap kan er smakelijk om lachen. Het is echter een feit dat hij sinds 2007, toen hij voor het eerst met zijn toen nog gewone toerfiets over de kop ging, geregeld in een ambulance werd afgevoerd na een onverklaarbare val. Er volgden onderzoeken en in 2017 ging hij onder het mes in Erasmus MC. Om een partiële dwarslaesie te voorkomen, werden vier hoge ruggenwervels behandeld. Daarmee zouden zijn afgeknelde zenuwen wat meer ruimte krijgen. Jaap: “De operatie verliep voorspoedig en ik mocht al snel naar huis. De volgende ochtend kon ik echter niets meer.”

De boosdoener was waarschijnlijk een bloedprop. Er volgde een nieuwe operatie, nu aangevuld met acht weken revalidatie in de Lindenhof in Goes. “Eerlijk gezegd kon ik op dat moment niet veel meer, dus ik ben toch redelijk opgeknapt”, constateert Jaap. “Maar ik laat me dan ook niet zomaar aan de kant schuiven. Je kunt in die kliniek ’s avonds voor de televisie gaan zitten, maar ik deed liever mijn oefeningen. Daar was ik wel fanatiek in.”


Sport en bewegen

Nu is het voormalig VVD-gemeenteraadslid altijd sportief en beweeglijk geweest. In zijn jonge jaren voetbalde hij, eerst bij v.v. Renesse, later v.v. Zierikzee. Ook maakte hij zijn kilometers als scheidsrechter. Hij korfbalde bij Velocitas in Serooskerke, vervolgens bij WIK in Kerkwerve. Hij speelde volleybal, deed aan windsurfen, liep hard en als er natuurijs lag, maakte hij toertochten en schaatste wedstrijden. Hij fietste veel, ook tijdens vakanties, op een luxe toerfiets. Dat is nu dus de driewieler geworden. “Daar schaam ik me niet voor, ook niet voor die rollator. Zij zorgen ervoor dat ik nog ergens kom. Ik fiets altijd in de laagste ondersteuningstand zodat ik ook echt moet fietsen. Een scootmobiel komt er bij mij pas in als ik echt helemaal geen kracht meer heb. Bewegen is immers het beste om in conditie te blijven.”


Als hij over windsurfen begint te spreken, gaan zijn ogen glimmen. “Mijn vaste afsteekpunt was het strandje bij Borrendamme. Het liefst surfte ik naar de Oosterscheldekering en terug. Maar ik ging ook richting Goese Sas. De Oosterschelde trekt altijd aan mij, ook nu nog.”

Dat surfen ging overigens niet altijd goed. Hij strandde wel eens bij het Goese Sas en bij de Val. Ook brak op een keer zijn mastvoet, gelukkig in de buurt van de Roggenplaat die hij nog net wist te bereiken. Maar ja, dan zit je daar. Uiteindelijk werd hij door een Brabander in een bootje opgepikt. “Die man had ik al zien varen tot vlakbij de veiligheidslijn van de kering. Hij had geen idee hoe gevaarlijk het daar is. Hij had überhaupt geen enkel idee wat varen op de Oosterschelde inhoudt, hij had geen vaarkaarten aan boord, wel bier. Maar hij heeft me teruggebracht.”


Oosterscheldekering

De Oosterschelde fascineert de visserijvoorman – hij heeft ook een langlopende bestuurlijke carrière bij diverse visserij-organisaties – al meer dan 50 jaar. In 1953, na de watersnoodramp, maakte hij dankzij een oom de sluiting van de Schelphoek mee. Hij ging waterbouwkunde studeren, kwam bij Rijkswaterstaat terecht en was verantwoordelijk voor het onderhoud van de Oosterscheldekering. Jarenlang had hij vanuit het Topshuis prachtig zicht op het water. Onlangs verhuisde hij met zijn vrouw naar het nieuwe appartementengebouw Hoofdpoort in de Waterwijk. En meldt hij tussen de anekdotes door: “Kijk daar gaat Jaap Schot met de ZZ10”. Een mast glijdt door het Havenkanaal.


Stinkende best doen

Het leven is goed zoals het is, stelt Jaap vast. “Ik kan enorm genieten van mijn fietstochtjes, richting Bru en Burghsluis zo langs de Oosterschelde. Ik prijs me gelukkig met wat ik nog kan en dat ik de wilskracht heb om zover te komen als ik nu ben. Beter word ik niet en ik moet nog meer dan andere mensen van mijn leeftijd mijn stinkende best doen om deze conditie te behouden. Maar ik volg de actualiteit, ga naar bijeenkomsten voor mijn bestuurlijke functies, ben lid van de Lions en een kegelclub en ik heb nog steeds een verhaal te vertellen. Dan heb ik niets te klagen.”

“Die scootmobiel komt er pas als ik geen kracht meer heb

Deel dit artikel: