Bestuurder

dig Vleugel stopt na ruim 40 jaar met organisatie schoolvoetbal

Sociaal bewogen voetbalfunctionaris

Ruim veertig jaar (!) is Dig Vleugel betrokken geweest bij de organisatie van het jaarlijkse schoolvoetbaltoernooi. De 75-jarige Bruënaar zet er een punt achter. In gesprek met een sociaal bewogen voetbalvrijwilliger. “Ik kreeg van huis uit mee: je bent niet alleen op de wereld, sta klaar voor de ander.”

TEKST BARRY HAGE • BEELD DIRK VAN WOLFEREN

In 2019 kan Dig Vleugel uit Bruinisse nog niet vermoeden dat het zijn laatste schoolvoetbaltoernooi is. Vanwege corona wordt echter een streep gezet door de edities van 2020 en 2021. “Beide jaren hadden we de programma’s al gemaakt en de boekjes naar de scholen verzonden.”

Als leraar van basisschool Op Dreef in Bruinisse raakt Dig betrokken bij het schoolvoetbal. In de begintijd was het nog voor het lager en middelbaar onderwijs. “De gymnastiekleraar van RSG Professor Zeeman maakte de programmaboekjes, maar dat zag er niet uit. Alles stond scheef. Ik ben een pietje-precies en heb mijn hulp aangeboden. Op de school hadden we een stencilmachine.” Het blijkt het begin van een lange loopbaan in de voetbalsport.


Knieblessure

Dig groeit op in Oud-Sabbinge, een dorpje vlakbij Wolphaartsijk. Op een blauwe maandag speelt hij als linksback in het eerste van v.v. Wolfaartsdijk. Als hij in 1967 op 21-jarige leeftijd zijn knie verdraaid, is het einde voetbal. “Mijn binnenmeniscus werd weggehaald. Dat behandelden ze toen anders dan nu, want mijn knie was daarna een puinhoop.”

Hij wordt afgekeurd voor militaire dienst en belandt in 1968 als basisschoolleraar in Bruinisse. “Ik zou een paar jaar later wel weer verder kijken, maar dat is er nooit van gekomen. Twee keer heb ik gesolliciteerd om ergens school-directeur te worden, maar dat is nooit gelukt. Achteraf gezien zeg ik: gelukkig maar.”

Hij voelt zich snel thuis in het vissersdorp. Dat komt onder andere door basisschooldirecteur Henk Groeneveld met wie hij compagnon voor het leven wordt. “Binnen twee weken zaten we al samen in De Kuip bij een voetbalwedstrijd van het Nederlands elftal. De vissersmentaliteit ligt mij ook: zeggen waar het op staat en daarna niet meer ouwehoeren en doorpakken.” Hoewel de Bruinisser samenleving eerst nog de kat uit de boom kijkt, is Dig al snel ‘geïntegreerd’. “In die tijd keken ze nog heel anders tegen een onderwijskracht aan dan tegenwoordig. De dominee, burgemeester en onderwijzer waren statige mensen. Nou, Henk en ik waren dat niet. We waren betrokken bij van alles en nog wat en ze zagen op het voetbalveld dat wij ook maar normale mensen waren.”


v.v. Bruse Boys

Dig is eerst actief in het jeugd- en jongerenwerk, maar als zijn zoon in 1976 gaat voetballen, begint de lange vrijwilligerscarrière bij v.v. Bruse Boys. Samen met Henk traint hij de jongste jeugd. “Dan fietsten we na schooltijd naar het voetbalveld en de kinderen van beide basisscholen achter ons aan. Binnen drie weken hadden we meer dan dertig pupilletjes.”

Zowel Dig (jeugdsecretaris en -voorzitter) als Henk (voorzitter) rollen in het bestuursleven van de club. “We zagen elkaar op den duur zeven dagen in de week: op school, zaterdags op de voetbal en als ik op zondagmiddag langs de lijn stond bij s.v. Ouwerkerk, v.v. Renesse of v.v. Zierikzee, was Henk daar ook.”


Zelf sporten zit er niet meer in zodra zijn knie bij het badmintonnen weer gaat opspelen. Op voetbalorganisatorisch vlak is hij des te actiever. Digs zet zich in voor de Regiocommissie Schouwen-Duiveland. “Ik kwam uit het onderwijs en ze zagen dat ik zaken aardig kon verwoorden. Zo werd ik vooruitgeschoven.” Jarenlang zet hij zich in voor de eilandelijke jeugdzaalvoetbaltoernooien en jeugdtoernooien aan het einde van het seizoen.


KNVB

Digs vleugels spreiden zich vervolgens uit naar de KNVB. Eerst als lid van de jeugdcommissie van de afdeling Zeeland en later als bestuurslid. Regelmatig is hij vier avonden in de week weg. Hij noemt een voorbeeld van zijn gedrevenheid. “Ik moest dispensatie-aanvragen beoordelen. Waren er teams met wel vijf tot zes aanvragen van bijvoorbeeld de A- naar de B-junioren. Ik vroeg bij de KNVB om alle ledenlijsten van Zeeuwse verenigingen. Ik keek of er een andere oplossing mogelijk was en ging met clubs in gesprek. Er waren er die te snel geneigd waren naar beneden te schuiven om zo teams te versterken.”

Het zijn klusjes die hij graag oppakt. Dat geldt ook voor zijn rol als controleur van alternatieve straffen. In plaats van een schorsing kan iemand bijvoorbeeld trainingen geven of fluiten. “Moest ik om 8.30 uur in Steen zijn om te controleren dat het werd uitgevoerd. Ik ging in gesprek met een speler om bewustwording te creëren. Ik was dat vanuit het onderwijs wel gewend. Positief was dat clubs er scheidsrechters aan overhielden. Er zijn er zelfs die officieel KNVB-scheidsrechter zijn geworden.” Het systeem van alternatieve straffen – dat inmiddels niet meer bestaat – wint een Europese prijs als “vernieuwend binnen de sport”.

Een opmerkelijke anekdote heeft hij over de fysieke spelerspassen van alle Zeeuwse jeugdspelers. “Die moesten bij de introductie ervan allemaal gestempeld worden. Een hels karwei. Weet je waar dat gebeurde? Op de Zeelandbrug! Piet Stouten van v.v. Zonnemaire was brugwachter en bood aan dit te doen.”

“De vissers-mentaliteit ligt mij: zeggen waar het op staat en daarna niet meer ouwehoeren en doorpakken

Hoogtepunt

Vanaf de eerste editie tot aan 1996 is hij betrokken bij de organisatie van de jaarlijkse KNVB Jeugdvoetbaldagen in de zomervakantie. “Hét superhoogtepunt van alle jaren was 1 juni 1996. Het was het 75-jarig jubileum van de afdeling Zeeland en tevens het afscheid ervan – er volgde een fusie met de afdeling Brabant en Dordrecht. Op 1 juni was de jeugdvoetbaldag in Goes met 3.200 deelnemers! Elke leeftijdsgroep had een ander kleur petje op. Die heb ik nog in Rotterdam opgehaald. Er was 4-tegen-4, kooivoetbal, twee circustenten, muziek, de PSV-selectie was er… Het was fantastisch.”


Schoolvoetbal

Vanaf de fusie tot 2015 zit Dig in diverse KNVB-commissies van het district Zuid I, namelijk G-voetbal en schoolvoetbal. ‘Voetbalontwikkeling’ behoort tot zijn takenpakket. “Pupillen hadden de zaaltoernooien, maar voor de junioren was er niks. Daarvoor organiseerden we in de winter strandvoetbal. De finaledag was op Tweede Pinksterdag bij v.v. De Meeuwen op het strand van Zoutelande. Dat was een hele happening.”

Ook aan het schoolvoetbal koestert hij mooie herinneringen. “Zonnemaire, of all places, werd met hun schooltje voetbalkampioen bij de meisjes en mochten naar de Zeeuwse finale in Terneuzen. Toen ze dat daar op de voetbalclub hoorde, was er diezelfde avond nog een bus geregeld en die was meteen vol. Geweldig wat een impact het kan hebben op een kleine gemeenschap.”

Het schoolvoetbal heeft duidelijk tot promotie van het vrouwenvoetbal geleid. “Het meisjesteam van Jan Wouter van den Doelschool vond het zo leuk dat al die meiden lid werden bij v.v. Zierikzee.”

“Zonnemaire werd met hun schooltje voetbalkampioen. Geweldig wat een impact dat had op het dorp”

G-voetbal

Wat hem eveneens na aan het hart ligt, is het gehandicaptenvoetbal, oftewel G-voetbal. “Dat begon in Noord-Brabant, want die hebben daar behoorlijk wat instellingen voor gehandicapten. Daarna pikten de KNVB en de Johan Cruijff Foundation dat op. Bij SSV’65 was er ook al een beginnetje.” Vanuit het oogpunt ‘voetbal-ontwikkeling’ is Dig niet zonder succes betrokken bij de verdere stimulering van het G-voetbal in Zeeland. “Op het eiland begon het bij v.v. Zierikzee. Dat team ging later naar v.v. Mevo. Het stopte toen van de betere spelers de ene verkering kreeg en de ander verhuisde. Er is door s.v. MZC een paar jaar terug nog een poging gewaagd het weer op te pakken, maar er was te weinig animo. Er worden voor geestelijk gehandicapten al zoveel activiteiten georganiseerd.”


Sociale betrokkenheid

Dat hij zich al die jaren zo gedreven inzette in allerlei functies krijgt Dig vanuit huis mee. Zijn vader is actief geweest als gemeenteraadslid, wethouder en vervult diverse kerkelijke functies. “De hele Vleugel--familie was in verenigingen actief. Bij mijn opa, vader, ooms en tantes speelde het geloof daarin zeker mee, denk ik. Ik kreeg van jongs af aan mee dat je niet alleen op de wereld bent en oog moet hebben voor de medemens. Verder vind ik het vooral leuk en haal ik er voldoening uit.”


Afstandelijk

Als in 2015 het KNVB-kantoor naar Eindhoven gaat, stopt Dig. “Alles is nu veel afstandelijker. Veel commissies zijn verdwenen, er is geen eigen districtsbestuur meer en ik denk dat de tijd niet ver meer is dat ook de districtskantoren verdwijnen en alles in Zeist zit. Maar wat weet iemand in Zeist van de voetbalclub Schoondijke? Dat was al lastig toen we in 1996 een district werden. Ik vroeg ooit waarom Ouwerkerk altijd naar Zeeuws-Vlaanderen moest en niet in West-Brabant kon voetballen? Zeiden ze: ja, maar dan zitten ze met de pont… Man, er lag toen al zes jaar een brug! Ook nu vind ik het nog vreemd dat er op de Grevelingendam een denkbeeldige grens loopt tussen district Zuid I en district West II. Maar je kunt toch vanuit Schouwen-Duiveland makkelijk op Flakkee of in de Hoekse Waard spelen?”


Die afstand met de bond merkt Dig ook dit seizoen als Bruse Boys en s.v. Duiveland ondanks verzoeken van beide clubs niet om en om meer thuis spelen. “De ene week gingen we met een clubje naar s.v. Duiveland en de andere week kwam er een groep naar ons. Maar dit seizoen spelen ze tegelijkertijd thuis of uit. Niemand snapt waarom en ik heb er ook nog geen antwoord op gekregen van de KNVB.”


Elitekorps

Als lid van verdienste van de KNVB is Dig tegenwoordig lid van een vereniging van gedecoreerden van district Zuid I. “Afgelopen september zijn we nog met zo’n tachtig man bij elkaar gekomen. Even kort vergaderen en daarna bier en witte wijn. Ja, dan wordt er soms best gemopperd. Als je ouder wordt, vind je al snel dat alles vroeger beter was. Dat is natuurlijk niet waar, maar de onderlinge contacten waren wel intensiever en je kon makkelijker schakelen.”

Vanuit de voetballerij zit hij sinds 2015 ook nog in een ander elitekorps, namelijk die van de ledenraad van de Zwaluwen. Een organisatie die door heel Nederland Zwaluwen-toernooien organiseert, waarbij deelnemers een euro voor het goede doel betalen. “Daar moet je voor gevraagd worden en daarin zitten en zaten mensen van allerlei pluimage, zoals Jacques D’Ancona of wijlen Frans Derks.”

“Je moet elk lid erbij betrekken om alles gedaan te krijgen. Bijna niemand gaat meer van ‘s ochtends tot ‘s avonds naar het voetbalveld

Scheidsrechtersbegeleider

Doordeweeks doet Dig tegenwoordig niet veel meer. Wat klusjes op zijn oude school. Hij fietst veel op zijn e-bike: ’s morgens een rondje langs het water en de haven en ’s middags naar Oosterland of Nieuwerkerk. Zaterdags is hij op de voetbal. “In de ochtend kijk ik bij de jeugd en ’s middags pak ik een seniorenwedstrijd.” Bij de thuiswedstrijden van het eerste en tweede begeleidt hij sinds een paar jaar de scheidsrechters. Dat is ontstaan na een akkefietje van een tegenstander met de arbiter. “Ik loop buiten het veld met hem mee en afhankelijk van de sfeer blijf ik na afloop in de gang hangen.”

Dig hoeft overigens niet in functie te zijn om mensen op hun gedrag aan te spreken. “Ik erger mij aan geschreeuw langs de lijn. Trainers die bij elke overtreding reageren. Ze hebben niet in de gaten dat ze daarmee hun hele team ontregelen. Er wordt doorgaans niets van gezegd, maar ik doe dat wel! Zelfs als ik bij een andere vereniging ben en toeschouwers staan met bier of flesjes langs de lijn. Dat is verboden. Ik vraag of ze weten wat het kost als een waarnemer dit ziet. Nou, dat kan oplopen tot 1.400 euro.”


Volleybal

Is Dig bij de voetbalvelden te vinden, zijn vrouw Loes geeft de voorkeur aan volleybalclub Forza. In het vrouwenteam zit hun dochter Louise én kleindochter Jayda van Breda. “Vroeger ging ik bij de jeugd nog wel kijken, maar nu niet meer. Dat gegil in de zaal is mij te veel lawaai.” Hij herinnert zich nog goed dat zijn beide dochters in de selectie van het districtsteam zaten. “Gingen we elke zaterdagmorgen om 7.30 uur richting Dordrecht of Ridderkerk voor een training. Na twee uur weer naar huis en hadden ze ’s middags nog een wedstrijd.”


Visie

Aan het einde van het interview laat Dig nog even zijn licht schijnen op allerlei zaken. Zo brengt hij nog even de bestuursperikelen bij Bruse Boys van dit voorjaar ter sprake. “Dat was in onze tijd niet gebeurd. Ondanks corona moet je bij elkaar gaan zitten. Sla met je vuist op tafel, scheld voor mij part en daarna zand erover en vooruitkijken. Tegenwoordig zie je dat conflicten snel verharden. Mensen zijn veel minder bereid over het eigen ego heen te stappen, maar dat heb ik zo vaak moeten doen.”

Content is hij over de samenwerking tussen de jeugdafdelingen van v.v. Bruse Boys en s.v. Duiveland. “Als klein clubje red je het niet meer alleen. Kinderen hebben nu zoveel keuze en kunnen zelfs via een computer voetbal spelen. Mensen willen niet altijd meer gebonden zijn aan een bepaalde dag en tijd om te sporten.”


Vrijwilligers

Door de individualisering is het steeds moeilijker vrijwilligers te vinden, weet ook Dig. “Mijn advies: vraag als vereniging mensen heel gericht voor een bepaalde functie en let erop dat iemand niet te veel gaat doen. Ik heb al zo vaak gezien dat iemand enthousiast begon en van alles deed en binnen een jaar was afgebrand.”

Bij Bruse Boys ziet hij nog voldoende vrijwilligers, al komt ook daar veel werk op dezelfde schouders neer. Reden voor de club om alle teams een taak te geven. “JO19 maakt bijvoorbeeld de reclameborden schoon, Bruse Boys 2 is verantwoordelijk voor het magazijn… Alle teams hebben zo een taak: tribune schoonmaken, wedstrijden fluiten, kantinediensten, … Je moet elk lid erbij betrekken om alles gedaan te krijgen. Bijna niemand gaat meer ‘s ochtends vroeg naar het voetbalveld om ‘s avonds 19.00 uur weer thuis te komen. Ja, dat deed ik wel. Ik ging de deur uit en ze zagen mij wel weer een keer verschijnen.”

Deel dit artikel: