Interview

Patrick Vader strijdt voor sterke sportinfrastructuur

‘Ik ben een verbinder’

Zijn agenda als manager bij SportZeeland staat vol met allerlei soorten overleg. Met regionale en lokale overheden, sportaanbieders, buurtsportcoaches, de GGD, praktijkondersteuners, scholen, … Alles gericht om de Zeeuwse sport-infrastructuur te verbeteren en zoveel mogelijk mensen in beweging te krijgen. Schouwen-Duiveland vraagt speciale aandacht. “Veertig procent van de kinderen heeft er een motorische achterstand, terwijl de landelijke norm 25 procent is.”

TEKST BARRY HAGE • BEELD SD SPORT

NAAM: Patrick Vader

GEBOREN: 17 november 1965 in Middelburg

WOONPLAATS: Middelburg

GEZIN: Getrouwd met Ingrid; 2 zonen: Milan (25 jaar) en Damy (21 jaar)

WERK: Manager Sport & Bewegen bij SportZeeland (www.sportzeeland.nl)

VRIJWILLIGER:Voorzitter ATB Team X-Treme

GEZIN

Een sportgezin kun je de familie Vader uit Middelburg absoluut noemen, waarbij het fietsen de rode draad vormt. Zoon Milan (25 jaar) is een veelbelovend profmountainbiker in dienst van een Franse ploeg. Voor de Olympische Spelen in Tokyo heeft hij een ticket op zak en eind 2020 behaalde hij zijn eerste podiumplaats in een wereldbekerwedstrijd. “Hij heeft een eigen appartement in Spanje gekocht om daar te trainen”, aldus Patrick. Ook zijn andere zoon, de 21-jarige Demy, jaagt zijn droom na. Zijn bedrijf TopView Adventures organiseert mountainebikereizen en -clinics in het buitenland, zoals Slovenië, Spanje en Italië.


Zeker in coronatijd proberen Patrick en zijn vrouw veel vaker dan gebruikelijk naar buiten te gaan om te fietsen of te wandelen. “Mijn vrouw heeft fibromyalgie, een soort spierreuma, maar we hebben een elektrische bike gekocht. Onze vakanties zijn ook sportief: de fietsen gaan altijd mee.”

Patrick is verder voorzitter van mountainbikevereniging X-Treme en pakt regelmatig de fiets om alleen een rondje te doen. “Bijvoorbeeld vanuit Middelburg langs de Oosterscheldekering en via de Zeelandbrug weer terug. Ik heb een dynamische baan en dan is zo’n ritje van drie uur prima om mijn hoofd leeg te maken.”


WERK

Rode draad in zijn werk als manager bij SportZeeland vormt het Nationaal Sportakkoord uit 2018 (zie kader); met als uitvloeisel het Zeeuws Sportakkoord. Patricks agenda staat vol met allerlei soorten overleg: ministerie, provincie, gemeentes, sportbonden, sportaanbieders, organisatoren van events, GGD, welzijnsorganisaties, onderwijssector, huisartsen, …


Met Staatsbosbeheer en De Zeeuwse Natuur zit Vader aan tafel over hoe de buitenruimte goed te benutten, onderhouden en te beheren. “Er ligt 250 km wandelroute in Boswachterij Westerschouwen en 8,7 km fietsroute. Die laatste is overbevolkt. Moet je dan niet een stukje van die 250 inleveren? Er zijn ook ruiter- en menpaden waar geen goede afspraken over zijn. Uiteindelijk moeten we een cultuur creëren waarin je zegt: Goedemorgen, fijn dat je ook beweegt in plaats van waarom zit je met jouw paard op mijn parcours, of met jouw fiets op mijn wandelpad. Daar word ik helemaal kriegel van. In het buitenland zie ik bordjes met meerdere symbolen van wat allemaal mag. De natuur is van ons, dat idee.”


In de week van dit interview heeft hij een meeting met Jumbo-Visma. Een paar jaar terug sprak hij mensen van de profwielrenploeg in Westkapelle tijdens de start van een tijdrit in de Binck Bank Tour. “Ik adviseer de provincie met betrekking tot de subsidie van zo’n event en vind dat ik er dan ook naartoe moet gaan. Ik zei toen tegen Jumbo-Visma dat ik het jammer vond dat ze zoveel buitenlandse sporters hebben. De idee ontstond samen te investeren in talentontwikkeling. Zeeland heeft fietsen immers als kernsport gekozen. Binnenkort beginnen er clinics om kinderen tussen de 14 en 17 jaar kennis te laten maken met het wielrennen.”


Met duurzaamheidsorganisaties spreekt SportZeeland over verduurzaming van sportaccommodaties. “Bij de verkoop van energiebedrijf Delta is een stichting opgericht die heel veel geld in kas heeft om Zeeland te verduurzamen. Daar zou de Zeeuwse sportsector, met driehonderd accommodaties, gebruik van kunnen maken. In mijn werk wil ik altijd allerlei partijen meekrijgen om iets voor elkaar te krijgen. Ik ben een verbinder. Gister sprak ik iemand van een vereniging die een idee had over led-verlichting en accu’s, zodat ze niet op het gewone net hoeven te worden aangesloten.”

Veertig procent van de kinderen op Schouwen-Duiveland loopt motorisch achter”

ZEEUWS BREDE SCREENING

Met de gemeente Schouwen-Duiveland heeft Vader de laatste jaren intensiever contact. “Dat komt doordat Ronald van Dongen (programmaregisseur Vitaal Schouwen-Duiveland, red.) vanuit de gemeente een proactieve rol vervult. Daarvoor verdient hij zeker de credits”, is Patrick lovend. SportZeeland ondersteunt en faciliteert onder andere SMWO, terwijl er met sportverenigingen daarentegen juist steeds minder direct contact is. “Wij vinden dat die taak meer bij gemeentes en buurtsportcoaches moet liggen.”


Het nauwere contact met Schouwen-Duiveland is geen overbodige luxe, zo bleek uit de Zeeuws Brede Screening. Uit het onderzoek onder ruim vierduizend basisschoolkinderen bleek dat kinderen minder vaak lid zijn van een vereniging en de motorische vaardigheden zijn verslechterd. Dat heeft gevolgen voor de gezondheid op de langere termijn.


Patrick: “Veertig procent van de kinderen op Schouwen-Duiveland loopt motorisch achter. De landelijke norm is 25 procent. Schouwen-Duiveland zit daar dus dik boven! Niet vreemd als je kijkt dat de kleine gymnastieklokalen zijn wegbezuinigd. Er is gekozen voor drie centrale locaties, maar scholen passen ervoor relatief lang in een bus te moeten zitten voor slechts een uurtje les. Waarom zou een sportveld overdag niet gebruikt kunnen worden door een school? Dat is niet overdekt, maar ben jij wel eens vervelend geworden van een beetje regen? Je kunt op school ook werken met beweegtussendoortjes of bijvoorbeeld rekenlessen combineren met bewegen. En hoe mooi zou het zijn als iemand van een sportclub, een sportmedewerker of iemand van Laco in de ‘lege uurtjes’ naar een school toegaat om te helpen? Misschien kunnen sportverenigingen een beweegaanbod creëren direct na schooltijd.”


VITALE KERNEN

Dingen samen oppakken, het vormt de kern van het programma Vitale Kernen, waarbij in een kern een samenwerkingsverband is tussen sportverenigingen, andere lokale partijen en buurtsportcoaches om inwoners, jong en oud, meer te laten sporten en bewegen. “Sportclubs kunnen bijvoorbeeld samenwerken met de groeiende groep zzp’ers op het vlak van leefstijlbegeleiding en sport. De huisarts kan belangrijk zijn. Dat die durft te zeggen: je krijgt geen pilletje, je moet gaan bewegen. Praktijkondersteuner die niet alleen prikken maar diabetici uitdagen een challenge aan te gaan. Ga wandelen! Het werkt, want we zien een afname van medicijngebruik, lichaamsgewicht en insuline-inname.”


Schouwen-Duiveland heeft Oosterland en Brouwershaven aangewezen als Vitale Kern. De beweegbehoefte zal er onderzocht worden middels een huis-aan-huis-enquête. “Op Schouwen-Duiveland zit veel import uit de Randstad die dit niet gewend zijn. Waar bemoeit u zich mee! Die reactie zal er ook zijn. Van de kinderen weten we voor een deel de wensen al, omdat daar tijdens de Zeeuws Brede Screening naar gevraagd is. Het beweegaanbod in Zeeland is vrij traditioneel. Ik denk dat er meer aandacht moet komen voor andere vormen van bewegen, zoals bootcamp en yoga. Dat zie je minder snel in kleine dorpjes.”


Vader noemt Sint-Philipsland als positief voorbeeld van een Vitale Kern. “4 procent meer inwoners zijn gaan bewegen, 15 procent toename van leden van aangesloten sportverenigingen en een vijftiental nieuwe activiteiten die zijn georganiseerd. Dat is wat je wil. De ervaring leert dat mensen en organisaties samen iets willen betekenen voor hun kern. Dat noemen we leefbaarheid en participatie en draagt bij aan meer bewegen en meer gezondheid.”

Houd als sportclub niet krampachtig vast aan oude structuren

CORONA

Wat de uiteindelijke impact van corona op sportclubs is, is volgens Vader nu nog geen duidelijk beeld. “Contributies worden vaak doorbetaald, sponsors blijven trouw, de accommodatiehuur wordt niet doorberekend en zijn er steunmaatregelen. Ja, er vielen evenementen en wedstrijden weg, maar wat de uiteindelijke impact op clubs is, is nog onbekend.”

Wel ziet Vader in de sportwereld een duidelijk verschil in reacties op de coronamaatregelen. “Corona is ons allemaal overkomen. De vraag is er zo goed mogelijk mee om te gaan. Er zijn clubs die nagenoeg het hele jaar door zijn gegaan met hun jeugd. Ze hebben er het beste van gemaakt. Er zijn alternatieve trainingsvormen gekomen, zoals online lessen. Verenigingen die actief en creatief zijn. Hoe kun je mensen ondanks de regels toch in beweging houden? Hoe kun je binding houden met je leden? Maar er zijn er ook die in slaap vallen. Corona heeft blootgelegd dat veel verenigingen kwetsbaar zijn. Het overkomt ons en kunnen niets meer… Die houding. Onderneem iets! Ga samen hardlopen, bootcampen, … Je moet als bestuur dan wel zicht hebben op wat je leden willen. Vaak zijn mensen niet alleen lid vanwege de specifieke sport, maar ook vanwege de sociale binding.”


TRENDS

Een duidelijk corona-effect is volgens Vader dat er over het algemeen minder wordt bewogen, onder andere omdat er geen gymnastiek of bewegings­onderwijs meer is. “Daar staat tegenover dat gezinnen meer zijn gaan bewegen met elkaar: de coronafietsers en -wandelaars. Vraag maar aan Staatsbosbeheer op Schouwen-Duiveland! In het weekend, maar ook doordeweeks. Mensen zijn dus in staat om op een moment dat het hunzelf uitkomt een vorm van bewegen te kiezen. Die trend van individualisering zien we al langer. Sportverenigingen zouden dat moeten aangrijpen om op een andere manier met die sporter, de potentiële klant, om te gaan.”

Vader ziet al langere tijd dat de consument steeds kritischer wordt en dat geldt ook voor de ‘sportconsument’. Maar kunnen verenigingen, draaiende op vrijwilligers, die veeleisende consument redelijkerwijs wel op maat bedienen? Patrick: “Ja! Ik vind het te makkelijk om te zeggen dat we niet meer van vrijwilligers bij clubs kunnen verwachten. Er moet een wisselwerking met leden zijn. Leden werken bij bedrijven en hebben dus expertises. We bevragen die mensen alleen te weinig. Met personeel spreekt een bedrijf ook over loopbaanontwikkeling. Die aandacht zou er ook voor vrijwilligers moeten zijn. Heb je het nog naar je zin? Ik heb je graag in de club, wat kunnen we voor elkaar betekenen?”


Hij verwijst naar X-Treme waar hij als voorzitter zegt nog maar een fractie te doen van wat hij oorspronkelijk deed. “Onze organisatie kan zaken zelfstandig oppakken. Als we bijvoorbeeld een wedstrijd in het bos hebben, komt daar veel bij kijken: de hele schuur leegtrekken, er zijn veel aanhangers nodig, afzettingen… Eén mailtje, soms een herinneringsmail, en er staan gewoon vijftig mensen klaar! Als club moet je eraan werken om zo’n cultuur te creëren.”


Het is vooral belangrijk om als club open te staan voor vernieuwing, vindt Vader. “Het 7-tegen-7 in het voetbal bij de jongere jeugd en 50+ is een goede uitvinding. Waarom dat niet verder doorvoeren? Er is soms zoveel moeite een elftal te formeren. De coronatijd leert dat mensen in hun eigen tijd bewegingsactiviteiten zijn gaan doen, dat ze het sociale van een club ook belangrijk vinden, maar dat die wedstrijden ver in Brabant of de Randstad niet per se hoeven. Ik denk dat we competitievormen krijgen, zoals we die ooit bij gehandicaptenvoetbal hebben gelanceerd: één keer in de vier weken een wat vollere zaterdag met meerdere wedstrijden. Of twee keer in de maand een toernooi.”

Vanuit de sportbonden verwacht Vader die ontwikkeling niet. “Die houden vaak vast aan het traditionele. De laatste innovatie bij korfbal was van een rieten naar een plastic korf gaan... Houd als sportvereniging niet krampachtig vast aan de oude structuren. De tennissport heeft de afgelopen tien jaar 40 procent van haar leden verloren. Als je op Walcheren een tennisbaan wil huren, moet je eerst de sleutel ophalen op Dorpsstraat 36. En dan maar hopen dat er iemand thuis is.”


Vader benadrukt dat ‘het oude’ niet per se slecht is. “Kun je voortbestaan en heb je het goed georganiseerd, houd dat vooral vast. Maar sta open voor samenwerkingen: het aantal clubs in Zeeland zal verder blijven dalen.” Als voorbeeld noemt hij wederom zijn ‘eigen’ mountainbikevereniging X-Treme met verschillende dependances in Zeeland. “We hebben één centraal bestuur in plaats van allemaal kleine clubjes met eigen besturen.” Hij ziet dat het stimuleren van samenwerkingen echter nog geen primaire overheidsvisie is. “De gemeente zal afstand moeten doen van een aantal accommodaties en voorzieningen en clubs meer moeten stimuleren samen te gaan.”

Thema’s Nationaal Sportakkoord

Het Nationaal Sportakkoord bestaat uit zes thema’s waarvoor het Rijk en de provincie extra geld beschikbaar hebben gesteld.


1 INCLUSIEF SPORTEN EN BEWEGEN

Ambitie is dat iedereen meedoet aan sporten en bewegen, ongeacht handicap, huidskleur of financiële situatie. Het Jeugdsportfonds en Cultuur is in Zee­land een groot succes. Patrick Vader: “We bereiken bijna de helft van de kinderen die in armoede leven en scoren daarmee landelijk het beste. We zijn nu ook bezig met een fonds voor ouders en oudere jongeren.”

Een doelgroep vormen ook de diabetici en mensen met overgewicht. Daarvoor bestaan er verschillende leefstijlprogramma’s.


2 DUURZAME SPORTINFRASTRUCTUUR

De ambitie is om te zorgen voor toekomstbestendige en duurzame sportaccommodaties en voor beweegvriendelijke openbare ruimtes. Vader noemt zomaar een idee: “Kunnen we openbare speelruimtes voorzien van qr-codes die je kunt scannen, waarna er beweegoefeningen tevoorschijn komen?”


3 VITALE SPORT- EN BEWEEGAANBIEDERS

De ambitie is om alle typen aanbieders van sport en bewegen toekomstbestendig te maken. Patrick Vader: “Dan gaat het om verenigingen die vooruit durven kijken en goed samenwerken. We hebben in Zeeland nog vijf atletiekclubs en vijf hockeyverenigingen. Dat waren er vroeger twintig à dertig! Hoe kun je de atletiekvereniging op Schouwen-Duiveland bijvoorbeeld helpen? Kunnen we de ‘wildlopers’ in Boswachterij Schouwen aan de club binden? Moeten de trainers daarnaartoe om training te geven in plaats van alleen op het eigen complex? Of kan de bootcampinstructeur gebruikmaken van de atletiekbaan?”


4 POSITIEVE SPORTCULTUUR

De ambitie is dat overal met plezier, veilig, eerlijk en zorgeloos gesport kan worden. “Dan kijk je naar beleid omtrent roken en alcohol, vertrouwenspersonen, gezonde sportkantines,…

Vader vervolgt: “Naast een gezonde sportkantine hoort natuurlijk ook een gezonde school. Alles grijpt in elkaar, zoals alle zes thema’s van het Sportakkoord in elkaar grijpen.”


5 VAN JONGS AF AAN VAARDIG IN BEWEGEN

De ambitie is om meer kinderen aan de beweegrichtlijnen te laten voldoen en om de neerwaartse spiraal van de motorische vaardigheid om te buigen. “Hieronder valt de Zeeuws Brede Screening. We hebben een netwerk aan kinderfysiotherapeuten in beeld gebracht, die een rol kunnen spelen in de opvolging van die screening. We hebben contact met Motorische Remedial Teaching-specialisten die kinderen van angst voor bewegen kunnen afhelpen. Is er veel overgewicht kan de school voedingseducatie geven. We hebben ook het concept De Beweegschool ontwikkelt: dan is er elke dag aandacht voor motorische ontwikkeling. Daar is de GGD en Kinderopvang bij betrokken.”


6 TOPSPORT DIE INSPIREERT

De zesde ambitie behelst topsportprestaties en topevenementen die een cruciale inspiratie vormen. “In Zeeland hebben we geen topsportcultuur en kunnen we niet opboksen tegen de grote gemeenten, maar wat mij betreft zou de gemeente Schouwen-Duiveland DAM-X en de Kustmarathon nadrukkelijker mogen ondersteunen. Adopteer het als ‘jouw’ evenement!”

Topsportcultuur

Nee, in Nederland hebben we geen echte topsportcultuur, zo vindt Vader. Vanuit zijn werk bij SportZeeland én als ‘topsport­ouder’ trekt hij die conclusie.


“Er zou veel meer aandacht en begeleiding moeten zijn voor het kind en het gezin. Wat betekent topsport? Wat zijn de keerzijdes? Vaak moeten er financiële keuzes gemaakt worden door het gezin. Topsport is daardoor voor heel veel kinderen niet mogelijk, want er is weinig ondersteuning. De begeleiding om het kind heen – zodra ze bestempeld worden als talent – moet beter georganiseerd worden, willen we bij de top-12 van beste sportlanden blijven horen.”


Ook in het geval van zijn zoon Milan liep sportkoepel NOCNSF achter de feiten aan. “In hun ogen ben je topsporter zodra je kansrijk bent voor een Olympische medaille. Maar voor die tijd zijn al veel sporters vastgelopen.” Toen Milan naar Limburg verhuisde om daar zijn carrière op te bouwen, moest Patrick zelf lobbyen voor investeringen. Vervolgens werd hij gelukkig ingelijfd door een Franse ploeg, ging presteren en werd derde op het EK. “Toen pas klopte NOCNSF aan: moet jij geen status hebben? Dan kun je inkomen krijgen. Maar toen zat hij met zijn inkomen vanuit de commerciële ploeg al boven de norm van het stipendium. Het heeft wellicht ook te maken met 76 bonden die allemaal hun eigen visie hebben en waarvan NOCNSF maar chocola moet zien te maken.”

Deel dit artikel: