Interview

Jaco Vleeshouwer, Regisseur vitaliteit bij de gemeente:

‘Als ik minister van VWS was, zou ik direct een suikertaks invoeren’

Jaco Vleeshouwer (59) coördineert en stimuleert namens de gemeente scholen, sportverenigingen en buurtorganisaties om te sporten en gezond te leven. Wie is deze Dr. Vlees zelf eigenlijk? En welke richting wil hij met ons eiland op? ,,Mijn doel is kinderen op jonge leeftijd te laten sporten, iedereen gezond te laten leven, het roken afschaffen en iedereen gelukkig laten zijn.”

TEKST GERRIT VAN LOON • BEELD MARISKA CATOR

NAAM: Jaco Vleeshouwer

GEBOREN: 10 april 1962

WOONPLAATS: Zierikzee

GEZIN: Getrouwd met Janet, twee zonen Mick en Tim, tweeling (26)

WERK: Regisseur Schouwen Duiveland Vitaal bij de gemeente Schouwen Duiveland, zelfstandig bedrijfsfysiotherapeut

VRIJWILLIGER: Scheidsrechter en rommelmarktvrijwilliger handbalvereniging Delta Sport, Voorzitter Cliëntenraad Eilandzorg, Voorzitter Stichting Zeeland in beweging, begeleider Zeeuwse leefstijlroute/Nationale Diabetes Challenge

Je bent een echte Zierikzeëenaar.

“Geboren in het oude ziekenhuis. De eerste vijf jaren gewoond in Plan Buijze, dat heet nu Buzee. Twaalf jaar in Malta. Op mijn 18e jaar wegens studie een uitstapje gemaakt naar Vlissingen. Nu woon ik met echtgenote Janet al een tijd in de wijk Poortambacht. Ik heb Janet leren kennen op de introductieweek van onze opleiding Fysiotherapie in Vlissingen. Ik zat in de leiding van de introductieweek. We zijn echte francofielen. Gaan vaak naar Frankrijk op vakantie naar de Zierikzeese zusterstad en streek, Saint-Hilaire du Harcouët.”


Hoe ben je opgevoed?

“Zonder al te veel sturing. Mijn vader werkte 43 jaar voor Zeelandia op kantoor. Ik had een oudere broer, van nu 66 jaar, die het pad voor mij effende. Sporten op zondag zat er in mijn vroege jeugd niet in. Ik begon met voetballen op mijn zevende jaar bij v.v. Mevo. Als linksbuiten. Ik was nog niet zo lang destijds. Ik was geen ster. In mijn hoofd wel, de uitvoering was anders. Ik belandde uiteindelijk in het doel.”


Je ging op andere sporten.

“Ja. Computers of social media hadden we in die tijd niet. Mijn hele week was volgestopt met trainen en wedstrijden spelen. Ik ging ook handballen en volleyballen. De handbalwedstrijden waren op zondag. Tot mijn 43e jaar heb ik dat gedaan. Ik heb met Delta Sport de gloriejaren meegemaakt, tot in de Eredivisie aan toe. Daarnaast heb ik ook nog van mijn 25e tot 53e jaar getennist bij LTC Zierikzee. Nu zit ik, niet lachen, op jeu des boules. Ik ben geopereerd aan mijn elleboog. Die is minder goed belastbaar. Bij het strandvolleybal bijvoorbeeld had ik de volgende dag echt last.”


Speelde die blessure ook parten in je baan als fysiotherapeut?

“Nauwelijks. Inmiddels heb ik mijn praktijk Fysant overgedragen aan Job en Roos Leeuwangh. Het was een prachtig vak. Je zorgt voor anderen mensen. Helpt ze gezonder en sterker te worden. Lag eerst de focus vooral op gewrichten als de knie en heup, later werd dat veel breder. Gingen fysiotherapeuten zich bezighouden met het totaalplaatje. Het vak evalueerde zich in de richting die ik zelf wilde. Het fysiek werd niet los gezien van de persoon zelf. Meer richting het holistische ook. Ik heb veel cursussen gevolgd. Over gedrag, communicatie, begeleiding. Iemand die bijvoorbeeld door zijn enkel gaat en snel weer wil gaan sporten, moet je kunnen afremmen. Dan kijk je naar die persoon. Is-ie eigenwijs, want eigenwijs is ook wijs. Hoe benader je diegene? Het speelt allemaal mee. Ik heb al die jaren in Zeeland gewerkt. Voelde niet de behoefte om buiten de provinciegrenzen te gaan. Ook omdat ik zo al mijn sporten kon blijven uitoefenen. Ik ben ook trainer geweest van de handbalteams van mijn zoons Mick en Tim. Een tweeling van nu 27 jaar oud. Ze wonen in Amsterdam en Rotterdam en handballen nog steeds.”

Computers of social media hadden we in die tijd niet. Mijn hele week was volgestopt met trainen en wedstrijden spelen”

Je kreeg als fysiotherapeut de bijnaam ‘Dr. Vlees’. Vanwaar?

“Dat is gekomen door een echtpaar dat ik behandelde. Kwamen ze binnen, handje geven. Dag dokter, dag dokter. Het was eind jaren ‘80. Wij hadden witte jassen aan. Klonk leuk en collega’s noemden mij door de telefoon ook dokter. Bij de tennis kregen we sweaters met onze namen achterop. Ploeggenoot Vos zette er Fuchs achterop. Een andere zette bijnaam Petje op zijn jack. En bij mij kwam er Dr. Vlees op te staan. Later gebeurde bij de handbal hetzelfde. Ik heb er vrede mee. Vind het zelfs wel een mooie bijnaam. Mijn persoonlijk e-mailadres verwijst er ook naar.”


Wat anders. Je rookte al op twaalfjarige leeftijd. Erg vroeg.

“Ik had rokende ouders en de sigaretten stonden of lagen overal. Ik rookte een pakje per dag. Bizar veel. En het gekke was dat mijn directe vrienden niet eens rookten. In de pubertijd is roken toch vooral stoer doen of om erbij te horen. Van mijn 15e tot 18e jaar ben ik gestopt. Op een eindexamenfeestje was het gezellig en kreeg ik Cabellero’s aangeboden. Ik stak er weer een paar op. De volgende ochtend ging dat thuis weer verder. Tot mijn 28e jaar bleef ik roken. Nicotine is de meest verslavende stof. Het doet wat met je hersenen. Toen ik voor werk in aanraking kwam met kinderen met longaandoeningen en in mijn kleren de rook nog zat, ben ik er definitief mee gestopt. Ik kon niet tegelijkertijd kinderen een puf aanbevelen en zelf door blijven roken. Daar kreeg ik het besef dat ik dit niet meer moest willen.”


Je bent nu fel anti-roken.

“Ik ruik aan mensen of ze roken. Het is goed om naar een rookvrije generatie toe te gaan. Dat knaagt aan de vrije wil van mensen, daarvan ben ik mij bewust. Maar het gaat geleidelijk. Eerst was er ook hevig verzet tegen het rookverbod in cafés en kantines. Rokers moesten naar buiten toe. Nu moeten ze al bijna van het complex af. In steeds minder publieke ruimtes kun je roken. Een goede zaak.”


Je ergert je ook aan zwerfafval.

“Wanneer ik met Janet aan het wandelen ga, gaan de grijpers mee. Ik erger mij mateloos aan zwerfafval. Wanneer ik ergens rijd of fiets en ik zie enorme troep liggen in de berm, onthoud ik dat en keer later terug om schoon te maken. Leo Nouwen van Schoon Schouwen-Duiveland is een vriend van mij. Hij is de Waste Bag Challence begonnen. Zelf zag ik het project Adopt a Highway in Amerika, waarin vrijwilligers een stuk snelweg adopteren en die voor een klein bedrag schoonhouden. Zie ik hier ook wel wat in. Bij het wandelen doe je wat je kan om het schoon te houden. Maar zo een wereldverbeteraar ben ik ook niet, hoor.”

“Van clubmensen is het meer naar deelnemers van een vereniging gegaan. Leden zijn bijna klant geworden

Hoe ben je trouwens regisseur vitaliteit bij de gemeente geworden?

“Ik kende de gemeentelijke beleidsmedewerkers al via de samenwerking in de Nationale Diabetes Challenge en de Zeeuwse Leefstijlroute waaraan ik meewerkte. Door al die sporten die ik beoefende ken ik de vitale en sportieve mensen op ons eiland wel een beetje. Overigens vind ik ons eiland in vergelijking met andere gemeentes en streken in Nederland behoorlijk vitaal en sportief. Ik werd gevraagd om het stokje over te nemen van Ronald van Dongen. Hij blijft op de achtergrond vraagbaak en schakel tussen organisaties als NOC-NSF en SportZeeland. Ik ken hem vanuit de wandelchallenge. Ik ben voor 20 uur in de week aangesteld. Daarnaast wil ik gaan genieten van mijn vrije tijd. Daarvoor heb ik hard gewerkt als fysiotherapeut. Mijn werkweek bestaat vooral uit overleg. Het belangrijkste binnen mijn functie is het verbinden. Aansturen. Organisaties en mensen met elkaar in contact brengen. Ze fysiek opzoeken ging in de afgelopen coronaperiode moeilijk.”


Ik wilde corona eigenlijk helemaal uit dit interview houden. Dat heeft te veel aandacht gehad. Nu we het er toch even over hebben. Welke voordelen heeft het ons gebracht?

“Het is jammer dat juist corona heeft laten zien dat een gezonde leefstijl van mensen enorm belangrijk is voor de volksgezondheid. Ik roep al jaren dat preventie niet wordt beloond. Nu is iedereen er wel van doordrongen dat gezond leven bijdraagt aan het welzijn van een land. Uiteraard moeten mensen wel een eigen keuze hebben. Het gaat om gedragsverandering. In sportkantines moeten mensen niet alleen uit snacks kunnen kiezen, maar ook uit fruit en gezonde broodjes. Niet alleen energiedrankjes aanprijzen, ook normale drankjes. Ik wil geen alcohol verbieden. Ben zelf vroeger ook slingerend naar huis gereden na het sporten. Wat dat betreft ben ik zelf geen heilige. Ik lust een lekker stukje vlees. Maar alles met mate. Met het vitaliteitsprogramma van de gemeente willen we verenigingen en scholen ondersteunen in het aanbieden van die keuzes. Kinderen op jonge leeftijd al laten sporten, iedereen gezond laten eten en gelukkig laten zijn, dat is ons doel. Met de methode van het Nijntje-beweegdiploma bieden we jonge kinderen gevarieerd bewegingsonderwijs aan.”


Veel verenigingen kampen met een tekort aan vrijwilligers. Hoe is dat op te lossen?

“Door een gerichte aanpak. We hadden laatst een sportcafe, specifiek gericht op vrijwilligersbeleid. Er werden tips gegeven hoe je mensen aan je club kunt binden. Maak de functies waarvoor je mensen zoekt heel concreet. We zoeken iemand die foto’s maakt bij ons evenement, is een duidelijke. In plaats van te vragen om vrijwilligers bij het evenement. De over het algemeen oudere vrijwilligers klagen vaak dat de jeugd zich minder bindt aan de vereniging. Ik merk ook dat er een verschuiving heeft plaatsgevonden binnen clubleden. Van verenigingsmensen is het meer naar deelnemers van een vereniging gegaan. Leden zijn bijna klant geworden. Wat ook helpt om vrijwilligers te krijgen is ze in groepjes te benaderen. Waarom komen jullie niet met z’n drieën niet helpen of vormen jullie met z’n allen een commissie. Dan kennen ze elkaar al, gezellig. En de club is ook weer blij.”


Wat zou je doen als jij de minister van Volks­gezondheid, Welzijn en Sport was?

“Direct een suikertaks invoeren. En alcohol en tabak verbieden bij tankstations. Met supermarkten en de voedselindustrie strenge afspraken maken over het aanbieden van producten op ooghoogte, die dus makkelijk pakbaar zijn in de winkels. En de btw eraf voor groenten en fruit. Vijf appels kosten twee euro. 40 cent voor een appel. We moeten echt af van die vele suikers bij kinderen. Weet je hoeveel er in frisdrank zit? Als een kind de keuze moet maken tussen een zakje paprikachips en een banaan kiest-ie dat eerste. Soms moet je ze dus die keuze niet geven.”

Deel dit artikel: